Excursie naar de Auvergne
in Frankrijk

30 april t/m 8 mei 2005

 

Deelnemers: Marianne, Wim, Nellie, Theo, Jan, Agnes
Excursieleiding: Drs. Wim de Vries - hierna te noemen Guillaume.

Op 30 april 's middags kwamen we aan in Moulin des Gouttes, waarvoor je letterlijk een gat moest induiken. We maakten kennis met onze gastvrouw Jacqueline Revel, haar dochter Lynn en de grote hond Loulou, die alle aankomende auto's altijd luidruchtig begroet maar verder een lieverd is, en ondergingen voor het eerst de ervaring van het riante diner met aperitief (dat zou zo alle dagen blijven!). Daarna zijn we elke dag op excursie gegaan onder deskundige leiding van geoloog Wim (Guillaume) de Vries die, samen met zijn vrouw Geertje (Gégé), onze gastheer de mineralenverzamelaar Christian Revel verving die wegens een ernstige ziekte in het ziekenhuis verbleef.
Het pension ligt ten zuidoosten van Clermont-Ferrand, in een lager gelegen heuvelgebied (de Livradois) met vulkaantjes, tussen de hogere gebieden ten westen en oosten. Het oosten hebben we laten liggen, het westelijke vulkanische gebied hebben we op diverse dagen bezocht. Afgezien van mineralenvindplaatsen hebben we heel wat vulkanische en andere geologische verschijnselen gezien, met uitleg door Guillaume, en prachtige landschappen met bloemen, waarvan er heel wat als fotomodel hebben gediend. Jan was helemaal weg van een eik waar we diverse keren op de heen- en terugweg langs kwamen.

Zondag 1 mei
Prachtig weer. Na het riante ontbijt en een afgedwongen respijt voor de ochtend-toiletgang (Guillaume bleek steeds ineens haast te krijgen als hij zelf klaar was met eten) gingen we omhoog naar het westen. Allereerst hebben we geologische verschijnselen (bijv. het glaciale cirque bij Luguet) en verschillende orchideeën en wildemanskruid bewonderd. Agnes kende alleen Latijnse namen, maar had ook een Franse flora bij zich, waardoor we wisten wat Jacqueline met 'jonquilles' bedoelde: weiden vol wilde narcissen. Bij Boutaresse was er eerst koffie mèt, en daarna gingen we augiet rapen in een zandhellinkje. Donkere kristallen, soms lichtere met scherpere kanten. De kunst was om gave te vinden en dan liefst ook nog groot.

augiet uit de Auvergne
augiet

Na de aanval op de met ons meegegeven heerlijke lunch met koffie, thee en wijn zijn we hoog aan de westelijke kant van de bergtoppen (Sancy, de hoogste van de Monts Dore) door een prachtig landschap vol bloemen gereden naar de Roc de Courlande: sanidien in grote kristallen in het tracheïet-gesteente.

Niet hakken, dan is meestal het kristal ook gehakt, waarschuwde Guillaume, maar voor minstens één van ons gold: zij kon het hakken niet laten. Er waren ook micromineralen in insluitingen (locale naam: doreïet, dit is een trachy-andesiet, met dank aan Guillaume). Laatstgenoemde probeert de hele week lang Nellie te strikken voor een IJsland-excursie.

Maandag 2 mei
Mooi weer. Weer naar het westelijk gebied. Onderweg hebben we eerst bij Auzelles een helling van een voormalige loodmijn bezocht. Daarna in het westen bij Murol de vindplaats Groire, dit is een vulkaankrater. Mogelijk: diopsied, nefelien, biotiet, hematiet, grossulaar (granaat-groep), magnetiet, sanidien. 's Middags nog een contact basalt-graniet even westelijk van Lac Chambon aan de weg, met prachtige sideriet-bolletjes en calciet. Marianne maakte ook kennis met de doornige struiken tussen de rotsblokken. Het is niet alleen natuur daar, ook de cultuur mag er wezen: veel regionale kazen, waar we elke dag tijdens het diner van konden genieten, en mooie Romaanse kerken (12e/13e eeuw). We hebben die van Saint Nectaire (ook een kaasnaam) bezocht, waar Jan een kaarsje heeft opgestoken. Terug bij het pension, bij het uitladen van de mineralenoogst viel Agnes naast de auto om (ook daar kan het terrein wel eens niet vlak zijn!). Wim vindt steeds weer augiet, op allerlei plaatsen komt het tevoorschijn, maar die kristallen lijken verdacht veel op elkaar. Later in deze week was hij echter een keer heel verbaasd, toen er ineens 2 augieten bij het ontbijt op zijn bord lagen. Jacqueline heeft haar ogen niet in de zak!

Dinsdag 3 mei
De excursie begon met een bui in de auto (volgens Wim heet dat een bui BUITEN de auto). In het westelijke gebergte zaten we in de mist, maar wel droog. We zochten in een helling die onderdeel is van een 'nuée ardente', een gloedwolk met gesteente variërend van korrels tot grote blokken, die ooit van de helling is afgerold bij een vulkaanuitbarsting. In holtes zitten micromineralen. Welke er gevonden zijn, weten we natuurlijk pas als ieder zijn vondsten heeft uitgepakt en gedetermineerd. Mogelijk: pyroxeen (kleurloos, oranje, wit), zirkoon (rose), hoornblende (zwart/donkerbruin), ferrosiliet (lichtbruin transparant, een orthorombisch silicaat), mulliet, titaniet, hematiet, magnetiet.
Later op de dag hebben we enkele vulkanische landschappen bewonderd, o.a. Tuilères (tegelberg) met noseaan in het fonoliet-gesteente en glasvezelkristallen in puimsteen (La Gratade).

 

In Orcival hebben we de 12e-eeuwse Romaanse kerk bezocht. Hier stak Guillaume een kaars op en aan voor de ernstig zieke Christian. Tenslotte zijn we bij St. Babel in een greppel gedoken (waarom ontgaat me, maar we vonden zeoliet (welk(e)?), augiet (of had Wim die daar verstopt?) en een onbekend mineraal (Jan). 's Avonds kreeg Agnes een kaarsje op haar toetje geserveerd. Jacqueline had zomaar gesnapt dat die jarig was!

Woensdag 4 mei
We bleven in onze eigen streek de Livradois en zochten eerst bij Ponteix naar toermalijn. Op de aangegeven plaats hebben we niets gevonden, maar de steenhoop aan de overkant van de weg leverde Marianne een stuk met toermalijn op. De rest kon ernaar fluiten. Er bleek wel een nog niet door ons gedetermineerd massief grijs erts in het gesteente te zitten. Na enig gezoek en vragen aan inboorlingen (veel van de gehuchtjes zijn nauwelijks of niet meer bewoond) kwamen we bij Lachappelle-Agnon terecht bij een werkende kwartsgroeve 'La pierre blanche'. We mochten er niet in, maar de arbeiders boden ons een emmer met grijze opake kwartsen voor het uitzoeken aan. Dus iedereen kon wat moois meenemen. 's Middags zijn we naar het noorden gereden. Oostelijk van Ris hebben we in een ontsloten helling naar bariet en chloriet gezocht. Het was heel vreemd gesteente. Volgens Guillaume kon het wel eens een voormalige uraniumvindplaats zijn. Even verderop, bij Lachaux, was een helling met uraniummineralen: groene torberniet en gele autuniet, zegt men. Metatorberniet en meta-autuniet, zegt Agnes, maar die is eigenwijs en wil het altijd beter weten, ook als ze nog niets onder de microscoop heeft bekeken. Maar men is gewaarschuwd. Ook hier, zoals in de dagen ervoor, vond Jan meteen in het begin een prachtstuk: bij splijten kwam er een holte met (meta) 'torberniet-BLOKJES' tevoorschijn, dus niet die ordinaire plaatjes, en dan nog groot ook! Jan heeft bijna elke dag stekelige opmerkingen moeten slikken, de overigen zagen groen van jaloezie. Het zoeken in deze vindplaats begon met gewone regen die vervolgens gelukkig ophield, en eindigde met een stortbui. Daarom besloten we de dag met een bezoek aan de Emmaus-stichting in Puy de Guillaume: daar kun je ook zoeken, maar dan naar van alles: meubels, kleding, prullaria, boeken etc. Er zijn in elk geval borrelglaasjes opgespoord, speelgoed voor een kleinkind en boeken, dus ook dit uitstapje leverde iets op.

Donderdag 5 mei
Hemelvaart, dus in werkende groeves werd niet gewerkt. Daarom hebben we twee vulkaankraterpijpen bezocht in de eigen streek. In Montboissier regenden we al na korte tijd weg. Gelukkig vonden we een gastvrij (en warm!) onderdak bij Geertje en Wim de Vries thuis in Montcriol, waar we uitgebreid koffie mèt en de meegenomen lunch genoten hebben. Vervolgens hebben we Saint Jean des Ollières bezocht. Mogelijke vondsten: Montboissier: olivijn, thomsoniet volgens de gegevens, maar er was vooral phillipsiet. Saint Jean des Ollières : natroliet, prehniet, phillipsiet, calciet, sideriet, zirkoon.

Vrijdag 6 mei
Zon! Wim stopte eerst een augietje in zijn autoband, daarmee was het lek gedicht. Bezoek aan het plateau de Pardines, bij Perrier, bovenop en de helling eronder, aan de weg en in het bos: aragoniet, phillipsiet (tweelingen), chabaziet ? (Jan), sideriet ? (bolletjes). Wat bijna niemand weet: ook Jan heeft een schuiver gemaakt.
Bij Paille bij Naves bij St. Babel: orthoklaas (rood) in graniet. Kunst is het om een intact kristal in het gesteente te vinden en het gesteente vervolgens NIET te splijten om het kleiner te maken. Bijna elke poging hiertoe (ja, we houden van hakken, en het is heel moeilijk om dat na te laten) werd bestraft met een kapot orthoklaaskristal.

Zaterdag 7 mei
Opnieuw naar Montboissier. Met droog weer konden we nu naar hartelust hakken, en Agnes vond op het laatst vreemde heldere kristallen (apophyl-liet??). De middag werd besloten met inkopen in een supermarkt en een tuincentrum, waar we een paar mooie planten voor onze gastvrouwen hebben gekocht. 's Avonds na het diner vertrokken twee deelnemers, de rest vertrok op 8 mei.
Ook moppen tappen en roddelen maakten deel uit van deze excursie. Die van Wim over het lachende en huilende paard blijft onder ons, en wat roddelen betreft: Jan en Agnes (beiden hadden hun partner thuis resp. in Japan gelaten) konden het goed met elkaar vinden, en het wekte dan ook argwaan, toen zij op een dag bij de brug in het gat vlakbij Moulin des Gouttes samen een bosweggetje indoken. Daarop (sociale controle, jawel) liet Theo zich het bos in sturen. Het bleek dat Jan en Agnes in gesprek waren met Brammetje, de navigator die 'diets' gemaakt moest worden waar hij zich bevond, zodat hij de route van de terugreis kon gaan bedenken. Althans, dat zei Jan.

Ten slotte: het was een heerlijke excursieweek in een prachtig landschap, met een erg leuke groep, zeer gewaardeerde en gastvrije leiding en een uitstekend kosthuis (voor iedereen aan te bevelen, adres bekend bij de secretaris Wim Dumont). Dank aan de organisatoren!

Agnes


 
 


Alle rechten voorbehouden. Copyright 2002 - 2005 . Pagina's onderhouden door J. Bastiaansen